EMS Contra-indicaties
Bij absolute contra-indicaties mag een EMS-training niet worden uitgevoerd.
- In het geval van geïmplanteerde elektrische apparaten (zoals pacemakers).
- In aanwezigheid van metalen implantaten.
- Voor gebruikers van insulinepompen.
- Bij koorts.
- Bij bekende of acute hartritmestoornissen en andere excitatie- en geleidingsstoornissen van het hart.
- Bij neuronale aandoeningen, convulsies (bijv. epilepsie) en ernstige gevoeligheidsstoornissen.
- Bij een bestaande zwangerschap.
- In geval van bestaande kanker of tumorziekten.
- Na recente operaties, vooral als verhoogde spiercontracties het genezingsproces zouden kunnen verstoren.
- Bij gelijktijdige aansluiting op een hoogfrequente chirurgische unit.
- Bij gelijktijdige aansluiting en/of gelijktijdig gebruik van andere elektrische apparaten die invloed kunnen hebben op de stroomvoorziening of het spierstelsel.
- Bij acute of chronische ziekten van het maagdarmkanaal.
- Bij acute spierpijn, spierpijn of spierkrampen.
- Bij acute ziekten, bacteriële infecties en ontstekingsprocessen.
- Bij suikerziekte type 1.
- Bij arteriosclerose en arteriële circulatiestoornissen.
- Op acuut of chronisch zieke (beschadigde of ontstoken) huid (bijv. pijnlijke en pijnloze ontstekingen, roodheid, huiduitslag (bijv. allergieën), brandwonden, kneuzingen, zwellingen, open wonden en genezende wonden, chirurgische littekens in genezingsproces).
- Bij stents en bypasses die minder dan 6 maanden actief zijn.
- In geval van onbehandelde hypertensie, bloedingsstoornis of bloedingsneiging (hemofilie).
- In de buikwand en liesbreuken.
- Bij acute invloed van alcohol, drugs of bedwelmende middelen.
- Bij personen jonger dan 18 jaar.
In het geval van relatieve contra-indicaties mag een EMS training alleen worden uitgevoerd na schriftelijke medische toestemming of eigen verklaring.
- Bij acute rugpijn zonder diagnose.
- Bij acute neuralgie en hernia.
- Bij implantaten ouder dan 6 maanden.
- Bij ziekten van inwendige organen, vooral bij nieraandoeningen.
- Bij hart- en vaatziekten.
- Bij neiging tot trombo-embolische aandoeningen.
- Bij chronische pijnaandoeningen die niet zijn opgehelderd, ongeacht het lichaamsgebied.
- Bij alle gevoeligheidsstoornissen met verminderde pijnsensatie (zoals stofwisselingsstoornissen).
- Bij medische klachten die optreden bij de stimulatiebehandeling.
- Bij aanhoudende huidirritatie door langdurige stimulatie op dezelfde plaats van de elektrode.
- Bij een neiging tot bloeden als gevolg van een blessure.
- In geval van bewegingskinetose.
- Bij grote vochtophoping in het lichaam en oedeem.
- Bij het nemen van bepaalde medicijnen.
- Bij open huidletsels, wonden, eczeem of brandwonden.